Pasen

Het ware Paaslam

Door Irene Selier

Na het laatste avondmaal ging Jezus met zijn discipelen naar de hof van Getsemane. Dit is een olijfgaard dat aan de voet van de Olijfberg ligt. Het was donker in de hof, de maan zorgde voor een zilverglans over de bladeren en de zware kruinen van de bomen wierpen een ondoordringbare schaduw op het pad. Jezus nam Petrus, Jakobus en Johannes apart en vroeg hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; jullie moeten hier blijven om te waken’. Hij liep nog een stukje verder de hof in en knielde neer om te bidden. Hij zei: ‘Abba, Vader, als U het wilt, neem dan deze beker van Mij weg, laat niet wat Ik wil, maar
wat U wilt gebeuren’. Terwijl Hij aan het bidden was kwam er een engel uit de hemel om Hem kracht te geven. Jezus, was zeer bevreesd en ging nog vuriger bidden. Zijn zweet viel als
bloeddruppels op de grond. Zodra Hij klaar was met bidden, stond Hij op en ging naar zijn discipelen toe. Hij zag dat ze in slaap waren gevallen en vroeg hen: ‘Waarom slapen jullie, konden jullie niet één uur waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig,
maar het lichaam is zwak’. Daarop liep Hij weer iets verder weg, knielde neer en bad opnieuw dezelfde woorden.

 

Toen Hij terugkwam, lagen de discipelen opnieuw te slapen. Ze voelden zich beschaamd en wisten niet wat ze moesten zeggen. De discipelen hadden een drukke dag gehad met de voorbereidingen van het Pesach en konden hun ogen niet openhouden. Toen het voor de derde maal gebeurde, dat ze in slaap waren gevallen, zei Hij tegen hen: ‘Sta op, het is zover, het
ogenblik is gekomen dat de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars’. Nog voor Hij uitgesproken was kwam Judas eraan, in gezelschap van een groep mensen die bewapend waren met zwaarden en knuppels. Zij waren door de hogepriesters en schriftgeleerden gestuurd. Jezus weet dat ze Hem gevangen zullen nemen en ter dood zullen veroordelen. Morgen
zal Hij worden gekruisigd en sterven voor de zonden van de mensen. Maar de dood zal Hem niet in het graf kunnen houden.

 

Toen de discipelen ontdekten dat het graf leeg was begrepen ze de boodschap: Hij is niet meer dood, Hij is opgewekt en zal leven tot in alle eeuwigheid! Hij is het ware Paaslam.
(Mattheus 26:36-56 en Mattheus 28:1-10)

 

Met Pesach (Pasen) herdenkt het volk Israël de uittocht uit het land Egypte en de verlossing van slavendienst:
Op de avond voor het vertrek moest ieder gezin een één jarig lam slachtten. Het lam werd geroosterd en met ongegist brood en bittere kruiden gegeten. Het bloed van het lam werd op
beide deurposten en bovendorpels van de huizen gestreken en diende als bescherming. Wanneer de Here het bloed aan de huizen zag, ging Hij die deur voorbij en stond niet toe dat de
verderver hun huis binnenging. God deed grote tekenen en wonderen in hun midden en leidde het volk Israël na een lange tijd van slavendienst weg uit Egypte.
(Exodus 12)

 

Jezus stelde tijdens de viering van Pesach het Avondmaal in.  Het Avondmaal verwijst naar het lijden en sterven van de Here Jezus aan het kruis. Telkens, als we het avondmaal vieren door brood en wijn, herinnert het ons aan onze verlossing:
De bevrijding en redding van de zonde! Het brood doelt op het lichaam van de Here Jezus, die voor ons stierf. De wijn spreekt van het bloed van de Here Jezus, dat voor ons vloeide.
(Mattheus 26:26-30)

 

Paasgedichten

Door Irene Selier

Om de delen

Laatste woorden 

Door Benjamin Visser

Lucas 23:34 ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen!’

Jezus wil in al zijn pijn het opnemen voor zijn vijand, voor ons. De duisternis is een afspiegeling van de verblinding die in de harten van de mensen heeft plaatsgevonden. De duivel heeft ervoor gezorgd dat de mensen het licht van de wereld niet meer zien. Jesaja 53 vers 12 zegt dat Hij bij God pleitte voor overtreders (voor onze zondenaren). Ze konden door de duisternis in hun hart immer niet weten wat ze aan het doen waren. Door deze woorden is de vloek die het volk over zichzelf heeft uitgeroepen (‘zijn bloed komen over ons en onze kinderen’) van kracht ontdaan.

Johannes 19 vers 26 tot 27 ‘Vrouw, zie u zoon’ en ‘Zoon, zie uw moeder’

Hier wordt Maria (moeder van Jezus) door Jezus aangesproken als vrouw, hun relatie is nu veranderd. Maria is nu niet meer de moeder van Jezus, maar Jezus is de Heer en redder van Maria. De kinderen van Maria, de broers van Jezus, geloofden niet in Jezus als Zoon van God. Maria staat er dus alleen voor, want ook Jozef (man van Maria) is vroeg overleden. Daarom stelt Jezus Maria voor aan haar nieuwe ‘zoon’: Johannes. Hij was tenslotte ook de enige discipel die tot aan het kruis is meegegaan. Johannes zal vanaf nu voor haar zorgen. Vandaar deze woorden van Jezus, gericht tot Maria en Johannes. Maria zou er nu niet alleen voor staan.

Lucas 23 vers 43 ‘Voorwaar, ik zeg u, heden zult u met mij In het paradijs zijn’

Ook de twee misdadigers die naast Hem hangen bespotten Hem. Eén van hen zegt zelfs: ‘Zo, U bent dus de Messias? Bewijs dat eens. Red uzelf en ons!’ . De andere misdadiger snoert hem de mond: ‘Heb je nu nog geen ontzag voor God, zo vlak voor de dood? Wij krijgen ons verdiende loon, maar deze man heeft niks verkeerds gedaan!’ Vervolgens vraagt deze misdadiger: ‘Jezus, denk aan mij als U In Uw Koninkrijk komt.’ Het gevolg is dat deze man op de grens van leven en dood voor eeuwig is behouden. Ook vandaag de dag geloof ik dat mensen op de grens van leven en dood een keuze kunnen maken voor Jezus en zullen worden behouden voor eeuwig. Wij zijn immers gered door ons geloof in Jezus Christus en zijn opstanding!

Mattheus 27 vers 46 en Marcus 15 vers 34 ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten?’

'Eloi, eloi, lama sabachtani!' Dit zijn de woorden (in het Armeens) van Jezus. Dit citaat laat misschien wel het meest duidelijk zijn waar Jezus doorheen gaat. Duizenden jaren voor de kruisiging werd dit ook beschreven in de Psalmen.

Psalm 22 vers 12 tot 14 spreekt over de geestelijke situatie waarin Jezus begeeft. In vers 15 tot 16 wordt gesproken over de lichamelijke situatie van Jezus en vers 17 tot 20 spreekt over de menselijke situatie die zich voordoet op dat moment. Hierin kan je misschien wel het best begrijpen waar Jezus doorheen gaat.

Het laatste gebed van Jezus begint met de Vader naam van God. Het tweede gedeelte worde de Vadernaam weggelaten. Dit verwijst naar het begin, de schepping, waarbij God nog onze Vader was. Na de zondeval wordt hij niet langer Vader genoemd maar God (Elohim). In bijna heel het oude testament is de naam vader niet meer te vinden. Pas na de kruisiging is de Vadernaam weer meerdere malen te vinden. Zo krijgen we in deze laatste woorden van Jezus de weerspiegeling van:                              Vader (voor de schepping) – God (na zondeval) – Vader (na het wonder van het kruis wat de relatie hersteld)

Johannes 19 vers 28 ‘Ik heb dorst!’

Jezus heeft na al dit lijden enorme dorst, Hij weet dat het lijden bijna achter de rug is. En opnieuw gaat er een profetie in vervulling. Naast het kruis staat een kruik gevuld met zure wijn, posca genoemd. Dit is een soldaten drank van wijn, water, azijn en geklutste eieren. Jezus herinnert zich het dorstige verlangen dat hij de wil van Zijn Vader wil doen. Hij drinkt de beker vol zonde, van Gods gramschap, tot de laatste druppel leeg. Hij die het levende water is, zal zelf dorst lijden. Nu is alles volbracht en kan Jezus de wijn die hem wordt aangeboden drinken.

Johannes 19 vers 30 ‘Het is volbracht!’

Rond 3 uur In de middag wordt er normaal gezien (Op deze dag in het verleden) een offerlam geslacht In de Joodse tempel. De priesterlijke ramshoorn wordt nu geblazen om aan te kondigen dat de priesters het offer hebben voltooid voor de zonden van Israël. In werkelijkheid is nu het grote lamoffer (Jezus) gebracht voor de zonde van de hele wereld. Het korte woord wat Jezus uitspreekt is tetelestai: volbracht! Bereikt! Klaar! Zijn dood biedt ons herstel in alle opzichten. Hij is nu klaar om tot de Vader te gaan, Zijn missie op aarde is volbracht.

Lucas 23 vers 46 ‘Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest’

Jezus gaf nog een laatste schreeuw, misschien wel letterlijk roepende: ‘Vader, in uw handen beveel ik mijn geest!’. In ieder geval gaf op dit moment Jezus zijn levensgeest in de handen van de Vader. Op dit moment scheurt ook het dikke voorhangsel dat het heilige der heiligen verborgen hield voor de mensen. Nu kunnen wij, die geloven in het wonder van het kruis, in de tegenwoordigheid zijn van God.

Goede vrijdag

Door Anita Visser-From

Romeinen 8:38-39

Romeinen 8:38-39

Death could not hold You
The veil tore before You
You silence the boast of sin and grave
The heavens are roaring
The praise of Your glory
For You are raised to life again

You have no rival
You have no equal
Now and forever God You reign
Yours is the kingdom
Yours is the glory
Yours is the Name above all names

Pasgedichten Irene Selier
PDF – 155,6 KB 18 downloads